Zin in sushi en ben je vegan? Met dit vegan sushi recept hoef je niets te missen! We gebruiken bananenbloesem als heerlijke plantaardige vis-vervanger! Bananenbloesem is het hart van een bloem die onderaan de bananentros groeit. De smaak is erg neutraal en neemt de smaak van kruiden en marinade snel op. Na het bakken heeft bananenbloesem een zelfde soort bite als gebakken vis, en is daarom ideaal om vegan sushi mee te maken!
Haal de bananenbloesem uit het blik, spoel af met water en laat uitlekken.
2
Meng volkorenmeel, uienpoeder en sojasaus (of coconut aminos) in een kom en roer er amandelmelk doorheen. Roer door totdat het een egaal papje wordt. Leg vervolgens panko op een bord.
3
Snijd de bananenbloesem in kleinere langwerpige stukken. Haal daarna door het papje en daarna door de panko. Druk goed aan. Herhaal dit met alle bananenbloesem.
4
Verhit nu wat olie in een koekenpan en bak de gepaneerde bananenbloesem aan alle kanten goudbruin. Zet even apart.
5
Doe de rijstazijn en sushirijst in een pan en doe er water bij, zodat er een vingerkootje water boven de rijst uitkomt. Kook de rijst in 15 minuten gaar en laat even afkoelen.
6
Snijd de zaadlijst uit de komkommer en snijd in dunne reepjes. Snijd ook de wortel in dunne reepjes.
7
Leg een norivel op een sushirolmat. Verdeel de helft rijst over het norivel. Leg wat gebakken bananenbloesem, komkommer en wortel in het midden. Rol de sushi daarna stevig op. Snijd met een scherp mes in stukjes en bestrooi eventueel met wat sesamzaad. Eet smakelijk!